“Ik heb mijn matras verkocht, zodat ik genoeg geld heb voor mijn kinderen”

Het is één van de vele aangrijpende verhalen die je hoort in Oeganda. Ik ben hier nu sinds afgelopen zaterdag en het erge is dat je beseft dat verhalen als deze bijna ‘normaal’ zijn. Als stichting met een visie om een mooie en hoopvolle toekomst te geven aan ieder kind, vinden wij dit niet normaal… Het is en blijft niet normaal om te zien hoe kinderen rondlopen in kapotte kleding en om te zien hoe ze vechten in de rij om ook maar een klein beetje eten te krijgen. Hier besef je hoe groot de ongelijkheid in de wereld is en hoe gelukkig en dankbaar je mag zijn met wat je hebt. Elke dag opnieuw.

Kinderen in Lukumbi

Parel van Afrika

Jaren geleden noemde Winston Churchill Oeganda ‘de parel van Afrika’. Een land met goede voorzieningen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, transport en natuurlijk een prachtige natuur vol met wildlife. Oegandezen zijn trots op hun land. En hoewel de economie de laatste jaren iets vooruit gaat, blijft het alsnog één van de armste landen ter wereld. Meer dan de helft van de mensen leeft onder de armoedegrens. Het dagloon van de gemiddelde Oegandees is amper € 2,00 en de mensen werken om te kunnen eten. Dit straatbeeld zie je overal terug. Maar ondanks deze moeilijke omstandigheden zie je ‘de parel van Afrika’ terug, maar dan in de Oegandezen zelf. Oegandezen zijn prachtige mensen met glinstering in hun ogen en een dankbaarheid waar wij als Nederlanders nog veel van kunnen leren. Veel Oegandezen geloven in God en ‘bless you’ is dan ook een zin die je regelmatig hoort als je langsloopt. Wij denken dan misschien.. Waar kan je dankbaar voor zijn? Maar iedereen hier is dankbaar dat ze God kennen, leven, naar de kerk kunnen gaan en voor alles wat ze ontvangen.

“We rijden onder een boomtunnel”

Zaterdag was de eerste dag dat Kristi en ik arriveerde in Oeganda en Jessie en Isaac na een lange tijd weer zagen. En niet meer met z´n tweeën, maar met z´n drieën! De kleine Jasper is geboren. Een prachtig, lief, klein jongetje.
Van het ene op het andere moment stap je in een andere wereld. En dat kan best intens zijn. Van een land waar we klagen over de hoge inflatie en dure boodschappen naar een land waar er wordt gevochten om eten. En het enige wat mensen zich afvragen is, of ze vandaag wél genoeg geld voor eten hebben.

Isaac in gesprek met een mevrouw

Zaterdagochtend kwamen we aan bij het huis van Jessie en Isaac. Na een paar uur geslapen te hebben, reden we terug naar de stad. Kristi haar pinpas was namelijk ingeslikt. Iets wat blijkbaar vaker voorkomt. Toen Kristi haar pinpas wilde ophalen, kwam een mevrouw aan in haar ‘kloffie’ met een bundel pinpassen en een elastiekje eromheen. Ze gaf de juiste pinpas terug en geregeld! In wat voor gek land waren we beland..

Toen we terugkwamen van operatie ‘pinpas terughalen’, werd Isaac gebeld. Het was een mevrouw die hij kende uit Lukumbi (het dorp waar we bezig zijn met het buurthuis). Of we haar kinderen konden ophalen uit Kampala, want hun vader had een ongeluk gehad. Er was nu niemand bij ze die voor ze kon zorgen. Natuurlijk. We laten die kids niet alleen zitten. We haalden de twee jonge kinderen en brachten ze met de auto naar Lukumbi. Een ervaring die ze nooit zullen vergeten. Ze waren niet bij het raam weg te slaan. Een brug noemde ze een ‘boomtunnel’ en toen we onderweg stopte bij de supermarkt wisten ze niet hóe snel ze alle snacks moesten verzamelen die ze konden vinden. Toen we bijna bij huis waren, was de tijd snel gegaan. Het was bijna 16 uur en dat betekent .. tijd voor het kinderprogramma op zaterdag. Elke zaterdag organiseert Isaac een kinderprogramma voor de kinderen in de kerk vlakbij hun huis. Dit keer moest hij de 2 kinderen nog afzetten in Lukumbi. Dus snelde ik met de gitaar naar de kerk toe voor de eerste kennismaking met de Oegandese kids. Een gitaar en kinderen, dan maak je mij blij. Samen met de lerares leerden we de kinderen het liedje ´Lees je bijbel, bid elke dag aan´ in het Nederlands. En als verrassing voor Isaac zullen we dit liedje zondag in de kerk gaan zingen. Maar niemand mocht het tegen hem zeggen!

Lees je Bijbel, bid elke dag

Zondag is het tijd voor de kerk. En hoewel de kerk al vroeg begon, is het in Oeganda heel normaal om een uur of anderhalf uur later aan te komen. Kerkdiensten duren namelijk niet zoals in Nederland anderhalf uur, maar kunnen de hele dag doorgaan. En de kerkdienst in Oeganda… dat is pas een hele belevenis! Zodra de worship begint, springt iedereen letterlijk op uit de stoelen. Ze dansen, zingen, klappen, juichen. Het is zo mooi om te zien hoe de mensen in Oeganda met volle overtuiging en passie God aanbidden. De passie spat ervan af. Iets waar ik zelf wel tegenop kijk en nog iets van kan leren. Tijdens de nummers maakte Liesbeth (een vriendin die hier samen met de moeder van Jessie 3 weken was) een kring met de kinderen. Er kwamen steeds meer kinderen bij en op de tel van de muziek zongen en dansten ze ‘Hallelujah’. Prachtig om te zien. Ondertussen kwam een klein meisje van een jaar of 3 naar ons toe. Ze keek de kleine Jasper (het zoontje van Isaac en Jessie) aan en wilde hem heel graag aanraken. Toen dat niet lukte, ging ze naar mij. En ze liet me niet meer los. Heel lief om te zien hoe de kinderen het zo interessant vinden om Europeanen op bezoek te krijgen. Aan het eind van de dienst was het tijd voor onze verrassing. Kristi en ik gingen het podium op en samen met de kinderen zongen we ‘Lees je Bijbel, bid elke dag’.

Het was erg mooi om nu al zo’n band met de kinderen te hebben door onder andere samen liedjes te zingen.

Op de helft van de tweede dienst is het tijd voor de kinderen om naar de zondagsschool te gaan. Isaac doet zondagsschool samen met twee andere leraressen voor meer dan 100 kinderen in de basisschoolleeftijd. De kinderen mochten vragen stellen aan Kristi en mij. Eén van de vragen was: ‘Kom je al onze huizen bezoeken?’ Er was ook ruimte voor de kinderen om een getuigenis te geven, voor het zingen van liedjes en een boodschap van de lerares. Na de kerkdienst vroeg Hafsva aan Kristi en mij of we mee wilden om te kijken naar haar huis. Hafsa komt drie keer per week bij Isaac en Jessie om te helpen in het huishouden waar ze wat geld voor krijgt. We leren haar deze weken dus goed kennen. Op een paar minuten lopen van het huis van Isaac en Jessie staat het huisje van Hafsa. Er staan een paar kleine ‘hutjes’ waar allemaal families wonen die elkaar goed kennen. We stappen binnen in een klein huisje met aan de ene kant een bed, en aan de andere kant een plek om te koken. Ik denk dat het niet meer was dan 11 m2. Hafsa vertelt over haar familie. Haar familie is moslim en Hafsa moest weg toen ze Christen werd. Haar vader wil graag dat ze terugkomt, maar dan heeft ze geen baan meer en geen kerk waar ze het zo naar haar zin heeft. Het is een moeilijke situatie voor een jonge moeder met een dochtertje van 3. Eén van de vele verhalen in Oeganda die ik niet zal vergeten.

Je kind meegeven in de hoop op een toekomst in Europa.

“Ik behandel ze in mijn kliniek, terwijl ze misschien geen geld hebben”

Op woensdag gingen we naar de sloppenwijken van Oeganda. Wijken waar wij als Stichting YOU niet werken, maar wel wijken waar je geweest moet zijn om te beseffen hoeveel armoede er is in een land als Oeganda. In de sloppenwijk waar wij waren, wonen mensen in kleine hutjes. Het zijn vaak vrouwen met meerdere kinderen. De man is weg, om verschillende redenen. We spraken een vrouw met twee kinderen die ons vertelde dat ze al 2 jaar op haar man wachtte. Hij had een tweede familie in de stad waar hij op dit moment was. De vrouw weet dat haar man weer naar haar terug zal keren om voor haar en de kinderen te zorgen. Terwijl de twee meisjes vrolijk vlechtjes maken in mijn haar en bij ons op schoot komen zitten, vertelt de vrouw verder. Het leven is moeilijk. Ze was lab assistent en heeft nu haar eigen kliniek in de sloppenwijk. Ze behandelt zieke mensen, maar het lastige is.. vertelt ze.. niemand heeft geld. En als er iemand ziek is, dan help je. Ondanks dat ze misschien geen geld bij zich hebben. “Als ik niet help, gaan ze dood. Dus ik krijg van veel mensen nog geld. Er zijn dagen dat ik geen inkomen heb en dus geen eten kan geven aan mijn kinderen. Een paar dagen geleden heb ik daarom ons matras verkocht zodat ik wat spaargeld heb dat ik kan gebruiken op dagen dat er geen inkomen is.” Hier schrikken we van. We lopen mee naar haar huisje en ze laat zien hoe ze nu slaapt met haar kinderen, met z’n drieën op een harde ondergrond. Het is een lastige situatie. De kinderen weten niet anders. We besluiten haar te helpen en Sam (een vriend van Isaac die ons door de sloppenwijken heen begeleidt) loopt met de vrouw mee naar de plek waar ze haar matras heeft verkocht. Daar zien ze dat het matras al door tweeën is geknipt en we het matras dus niet terug kunnen kopen. Kristi en ik besluiten daarom geld te geven aan de mevrouw voor een nieuw matras. Ze heeft ons zoveel verteld, we vinden het mooi om op deze manier bij te kunnen dragen. Na een halfuurtje lopen we weer door. Het kleine kindje dat op Kristi haar schoot zat, begint te huilen en wil niet dat we gaan. Het oudere meisje blijft maar zeggen: “Neem je me mee, ik wil naar jouw land.” Het is moeilijk om daar een antwoord op te geven.

“Neem hem mee jullie kunnen beter voor hem zorgen”

Een steentje schoppen in het andere vakje

Op een andere hoek in de sloppenwijk zijn kinderen spelletjes aan het spelen. En in deze wijken zijn dit hele eenvoudige spelletjes waar je eigenlijk niets voor nodig hebt. Je tekent met een stokje vakjes in de grond, 5 vakjes achter elkaar en twee naast elkaar. Vervolgens schop je het steentje met je ene voet in het andere vakje terwijl je op één been staat. Als het steentje in het andere vakje ligt, ga je door met het volgende vakje. Ik probeerde het en moest natuurlijk spelen tegen de kampioen onder alle kinderen. Dat werkte natuurlijk niet. Ik kon er niks van. Kristi ging het beter af, maar alsnog waren de kinderen beter. Na de spelletjes gingen we door naar het veld. Hier speelden we voetbal met de kinderen en maakten we een grote kring. We speelden een paar spelletjes met de kinderen. Een klein jongetje van een jaar of 2 liep rond en liet mij niet meer los.  Na de kring zij Isaac tegen de kinderen dat ze Chapati´s mochten halen (dit is een lokale snack, het lijkt op een soort pannenkoek). We maakten een lange rij om ervoor te zorgen dat elk kind een Chapati kon krijgen. Er werd geduwd, getrokken, gevochten. Om een snack. Het is niet te geloven dat iets te eten zoveel voor mensen kan doen. Dat was voor ons ook onwerkelijk om te beseffen. Toen we een stuk of 100 Chapati’s uitgedeeld hadden, waren ze op. Gelukkig had een andere mevrouw nog andere snacks, een soort Oegandese oliebol. Daar waren er ook nog een stuk of 100 van. We deelden de snacks uit en de kinderen waren erg blij. Maar ook dit was nog niet genoeg. Ondertussen had de hele sloppenwijk gehoord dat wij er waren, en dus kwamen er daarna nog veel mensen naar me toe. “Miss, ik heb nog niet gehad. Ik wil ook Chapati.” Het was op, en dus moesten we nee zeg. En dat gaat echt tegen je natuur in, maar het is niet anders. Het is lastig om te beseffen dat je niet iedereen kan helpen.

Manden vlechten en een Chapati kraam

Op donderdag reden we naar Lukumbi om eindelijk het land te zien waar we het buurthuis gaan bouwen. Daarnaast natuurlijk om de families te ontmoeten. Terwijl het hard regende, snelden we naar binnen bij Zeina en haar kinderen. Zeina heeft 3 kinderen, maar vandaag zaten er 7 kinderen op de grond van haar hutje. Samen met Zeina en de kinderen hebben we gegeten, gezongen en gebeden. Na de kennismaking met Zeina namen Isaac en James ons mee naar andere families. We ontmoetten een paar vrouwen die manden aan het vlechten waren. In gesprekken met James en Isaac gaven de vrouwen aan dat ze meer geld nodig hebben, maar niet zo goed weten hoe ze aan dit geld moeten komen. Isaac en James kwamen met het idee om manden te vlechten van de takken van bananenbomen. En de vrouwen zijn hier nu druk mee bezig! Hieronder staat een filmpje van hoe de vrouwen vlechten. Daarnaast zijn ze door de gesprekken met Stichting YOU bezig met het maken van hun eigen Chapati kraam en zijn ze gestart met het verbouwen van hun eigen groente en fruit. We zien nu al dat Stichting YOU impact kan maken in de levens van families in Lukumbi. Gaaf om te zien! Na de kennismaking met de vrouwen zongen we met de kinderen nog wat liedjes en kreeg iedereen brood en porage (een soort pap wat ze hier vaak eten). Het was een mooie eerste kennismaking!

Dit waren een paar verhalen uit week 1 van Kristi en Melanie in Oeganda. We willen jullie graag laten zien wat Stichting YOU nu al doet. U kunt ook meeleven door u te abonneren op onze nieuwsbrief of onze Instagrampagina en Facebookpagina regelmatig in de gaten te houden. Hier verschijnen veel filmpjes over onze activiteiten. Afgelopen zaterdag was ook de sponsorloop, daar zullen we snel meer over vertellen. Wilt u nog iets bijdragen aan buurthuis YOUnity? Dit kan! Ga dan naar deze link.

Groepsfoto Sponsorloop

We willen u heel erg bedanken voor uw donaties en zijn trots op wat Stichting YOU in anderhalf jaar tijd al heeft bereikt!

Geef een reactie